De Tweede Kamer heeft ingestemd met een voorgestelde wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet. De nieuwe Arbowet zal naar verwachting begin 2017 ingaan.
Veruit de belangrijkste wijziging heeft te maken met de rol en de taken van de bedrijfsarts. Een andere belangrijke wijziging heeft betrekking op de preventiemedewerker.
Toekomst van arbeidsgerelateerde zorg
Vorige week debatteerde de Tweede Kamer over de voorgestelde wijzigingen van de Arbowet. De wens tot wijziging van de Arbowet is deels een reactie op het SER-advies uit 2014, getiteld ”Betere zorg voor werkenden” (2014/07), dat gaat over de toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg. Of de wetswijziging inderdaad begin 2017 ingaat hangt af van de behandeling in de Eerste Kamer later dit jaar. Het gaat om aanpassing van de wet op tien verschillende plekken (artikelen). Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen.
Maatregelen bedrijfsgezondheidszorg
In de Arbowet komt een aantal nieuwe verplichtingen te staan:
- Werknemers moeten de bedrijfsarts kunnen consulteren over gezondheidskundige vragen, naast de al bestaande consultatie bij verzuimbegeleiding.
- Medewerkers krijgen een doeltreffende toegang tot de bedrijfsarts voor gezondheidsvragen in relatie tot het werk. De werknemer heeft weet van deze mogelijkheid, er zijn geen onnodige drempels door plaats en tijdstip van het consult en de werkgever krijgt geen informatie over het consult, de aanleiding of de uitkomsten van het consult op tot de persoon herleidbaar niveau.
- De bedrijfsarts krijgt de gelegenheid iedere arbeidsplaats in het bedrijf te bezoeken.
- De werknemer krijgt het recht op een second opinion (het raadplegen van een tweede bedrijfsarts) bij de ziekteverzuimbegeleiding, het PAGO, de aanstellingskeuring en de gezondheidskundige consultatie.
- De bedrijfsarts moet beschikken over een adequate klachtenregeling.
- Alle arbodienstverleners (dus niet alleen de bedrijfsarts) werken nauw samen met en adviseren aan de preventiemedewerker, de ondernemingsraad en/of personeelsvertegenwoordiging (of bij het ontbreken daarvan de belanghebbende werknemers) van de werkgever.
- Alle taken die een werkgever moet afnemen van een bedrijfsarts/arbodienst moeten in een contract worden vastgelegd.
- De bedrijfsarts kan zélf ook een boete krijgen als hij zich niet houdt aan het mogelijk maken van de second opinion en als hij niet beschikt over een klachtenregeling. Bedrijfsartsen en andere arbodienstverleners kunnen daarnaast een boete krijgen als zij niet adviseren aan en samenwerken met de preventiemedewerker en de or/pvt. Idem als zij het advies van de arbodienstverlener met betrekking tot de toetsing van de RI&E niet doorzendt aan de or/pvt.
Maatregelen preventiemedewerker
- De werkgever heeft de instemming nodig van de or/pvt bij zowel de keuze van de persoon van de preventiemedewerker als over de positionering van de preventiemedewerker in de organisatie.
- De preventiemedewerker krijgt ook als taak om te adviseren aan en samen te werken met de bedrijfsarts en de andere arbodienstverleners.
Wat betekenen deze veranderingen voor de werkgever?
Bedrijven krijgen een jaar de tijd om het bestaande contract met de bedrijfsarts/arbodienst aan te passen. Dit betekent ten eerste de bestaande behoefte aan deskundige ondersteuning goed te beoordelen (op het gebied van veiligheid, gezondheid, verzuim, duurzame inzetbaarheid, enzovoort) en daarna die adequate ondersteuning te regelen. Ten tweede kunnen partijen vervolgens het bestaande contract inhoudelijk en formeel aanpassen aan de eisen in de nieuwe Arbowet.
Bron: Arbo Online