Door de lockdown is een deel van de werknemers zoveel minder gaan bewegen, dat dit op termijn kan leiden tot meer gezondheidsklachten en mogelijk zelfs meer sterfte.
De beweegrichtlijn is minimaal 150 minuten per week matig intensief bewegen. Door de lockdown is dit behoorlijk onder druk komen te staan. Een derde van de volwassen Nederlanders van 25 jaar en ouder ging sinds de eerste lockdown in maart 2020 minder bewegen. Dit blijkt een sociale kloof te markeren, aldus een artikel in dagblad Trouw. Vooral hoger opgeleiden kwamen gedeeltelijk juist méér in beweging (in totaal een groep van 12%), terwijl degenen die minder gingen doen juist onder de lager opgeleiden te vinden zijn. Volgens de Hogeschool Arnhem-Nijmegen missen deze vaak de relevante kennis of ze worden onvoldoende gestimuleerd door de omgeving. Eind 2020 was het aantal mensen dat aan de beweegrichtlijn voldeed met 750.000 gezakt vergeleken met pre-corona. In percentages: in 2018 voldeed 46% van de volwassen Nederlanders nog aan de norm. Dieptepunt was april 2020 met 29%. In december 2020 was het weer iets gestegen naar 36%, maar dus nog niet terug op het oude peil.
Werkgever kan helpen bij bewegen
Minder bewegen werkt overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten in de hand. En omdat de lockdown af en aan al bijna een jaar duurt, pakken mensen oude gewoonten ook niet meer zo makkelijk op. Gelukkig kan de werkgever preventief wel het nodige doen om werknemers weer aan het bewegen te krijgen. Fietsen en wandelen zijn manieren van bewegen die ook in coronatijd nog steeds kunnen. De werkgever kan bijvoorbeeld een fietscomputertje beschikbaar stellen of een wedstrijdelement introduceren. Dat laatste kan door een onderlinge competitie, bijvoorbeeld binnen de app Ommetje van de Hersenstichting (stappenteller) of door een fietspuzzeltocht uit te schrijven. Verder helpt goede voorlichting (tool) over de gunstige effecten van bewegen dus ook.
Bron: HR Rendement