Nieuwsbrief januari – Saskia, salarisnormen, rijbewijs en identificatie en re-integratie zieke werknemer

Beste lezer,

Het jaar 2023 is begonnen. De januarimaand is al een eind op weg. Hopelijk hebben jullie leuke feestdagen gehad en zijn alle voornemens in volle gang of inmiddels niet meer ;)?

Deze maand stelt Saskia Braak zich aan jullie voor en hebben we uiteraard vak gerelateerd nieuws zoals de salarisnormen, rijbewijs welke niet geschikt is voor identificatie, tijdvakken voor scholingssubsidie en nieuws over re-integratie na herstel van een zieke werknemer.

Met vriendelijke groet,

Evelien Walsh

In deze nieuwsbrief:


Even voorstellen – Saskia Braak

Hoi ik ben Saskia Braak 41 jaar. Samen met Marc en mijn kinderen woon ik in Duiven.

Sinds 2007 werk ik bij Korento. Ik ben begonnen als Junior Payroll Consultant. Tegenwoordig ben ik Senior Payroll Consultant. Daarnaast houd ik me ook bezig met het functioneel beheer. Ik werk voornamelijk met Visma | Raet en AFAS. Maar ook de verloningen in Loket verwerk ik.

Waarom werk ik al zo lang bij Korento?
De reden dat ik het al zo lang naar mijn zin heb bij Korento is, omdat ik alle ruimte krijg om me te ontwikkelen. Ook vind ik het erg fijn dat je bij veel verschillende klanten werkt. Daardoor is geen dag hetzelfde en leer je ontzettend veel. Natuurlijk zijn de goede werksfeer en gezellige collega’s ook een belangrijke reden.

In mijn vrije tijd ben ik vooral bezig met leuke dingen doen met de kinderen. Daarnaast ben ik actief bij de badminton. Ik speel al 10 jaar in hetzelfde team. Inmiddels zijn we een echt ‘vriendenteam’ geworden. Het werpt zijn vruchten af want we hebben al twee keer een kampioenschap kunnen vieren. Verder vind ik het erg leuk om te reizen. Nu de kinderen groter worden zou ik weer graag een keer buiten Europa op vakantie willen. Canada staat daarbij erg hoog op mijn lijstje.


Salarisnormen 30%-regeling stijgen per 2023

Voor buitenlandse werknemers met een specifieke deskundigheid die schaars is in Nederland kunnen werkgevers de 30%-regeling toepassen. De salarisnormen die passen bij deze forfaitaire vergoeding voor extraterritoriale kosten zijn per 1 januari 2023 gestegen.

Werknemers uit het buitenland maken vaak extra kosten voor hun verblijf in Nederland, bijvoorbeeld voor huisvesting. Er geldt een gerichte vrijstelling in de werkkostenregeling voor de vergoeding van deze extraterritoriale kosten (infographic) zolang de werkgever de werkelijke kosten per werknemer in de loonadministratie bijhoudt. Maar de werkgever heeft soms de optie om maximaal 30% van het loon onbelast te vergoeden zonder een uitgebreide administratie bij te houden. En dat scheelt veel werk. Werkgevers kunnen alleen kiezen voor deze 30%-regeling onder bepaalde voorwaarden (tool).

Salarishoogte bepalend voor aantonen deskundigheid

De regeling is alleen voor ingekomen werknemers die bij een Nederlandse organisatie in dienst komen en een specifieke deskundigheid hebben. Voor het aantonen van die specifieke deskundigheid geldt een inkomensnorm, die ieder jaar wordt geïndexeerd. In 2023 is sprake van een specifieke deskundigheid als een werknemer een belastbaar jaarloon heeft dat meer is dan € 41.954, exclusief de gerichte vrijstelling. Voor werknemers die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel of een gelijkwaardige buitenlandse titel hebben behaald en die jonger zijn dan 30 jaar, moet het belastbaar jaarloon in 2023 meer zijn dan € 31.891, exclusief de gerichte vrijstelling.
Voor werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij bepaalde instellingen en artsen in opleiding tot specialist, geldt een uitzondering: zij hoeven niet aan een inkomensnorm te voldoen.

Soms speelt schaarstevereiste ook een rol

Als vrijwel alle werknemers in de betreffende sector voldoen aan een van de bovengenoemde inkomensnormen – zoals bij profvoetballers – is dat geen onderscheidende factor meer. Dan komt het zogenoemde schaarstevereiste om de hoek kijken. De werkgever moet dan ook aantonen dat de deskundigheid van de buitenlandse werknemer op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of nauwelijks te vinden is.


Rijbewijs niet geschikt voor identificatie bij indiensttreding

Als je een nieuwe werknemer in dienst neemt, zijn er een aantal zaken die je moet regelen. Eén ervan is het vaststellen van zijn identiteit voordat hij aan zijn eerste werkdag begint. Bij deze zogenoemde verificatieplicht moet je op basis van een origineel en geldig identiteitsbewijs onderzoeken of de werknemer is wie hij zegt te zijn.

Je bent verplicht om de identiteit van een nieuwe werknemer zorgvuldig te controleren (tool) omdat de overheid premie- en belastingfraude wil tegengaan en illegale tewerkstelling van vreemdelingen wil voorkomen. Bovendien zul je zelf ook graag willen weten met wie je nu eigenlijk te maken heeft. In dit kader vallen alleen de volgende documenten onder een geldig identiteitsbewijs:

  • een Nederlands paspoort;
  • een Nederlandse identiteitskaart;
  • een gemeentelijke identiteitskaart;
  • een verblijfsdocument van de Vreemdelingendienst I tot en met IV of de Europese Unie/Europese economische ruimte (EU/EER);
  • een nationaal paspoort of identiteitsbewijs van een land van de EER;
  • een (elektronisch) w-document;
  • een nationaal paspoort van een land buiten de EER met een door de Vreemdelingendienst aangetekende vergunning tot verblijf (aanmeldsticker);
  • een vluchtelingenpaspoort;
  • een vreemdelingenpaspoort
  • een diplomatiek paspoort; of
  • een dienstpaspoort.

Let erop dat het identiteitsbewijs nog niet verlopen is. Een kopie van het geldige identiteitsbewijs op het moment van indiensttreding zul je moeten bewaren in de administratie.

Nationaliteit controleren

De nationaliteit is één van de gegevens die je moet controleren. Werken in Nederland is immers alleen vrij toegestaan voor personen met de Nederlandse nationaliteit of die van één van de landen van de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland. De landen van de EER zijn de landen van de Europese Unie, plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Voor werknemers uit andere landen dan deze vraag je een tewerkstellingsvergunning aan bij UWV. Voor vluchtelingen uit Oekraïne hoef je geen werkvergunning aan te vragen, maar sinds 1 november 2022 gelden er wel nieuwe regels. Zij hebben een sticker of O-document nodig van de IND waaruit blijkt dat zij onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming vallen. Eerder was het tonen van een geldig paspoort voldoende. Een werknemer uit Oekraïne moet wel gemeld worden bij UWV.

Rijbewijs is niet geldig

Het rijbewijs is niet opgenomen in het bovenstaande rijtje. Op een rijbewijs is namelijk geen nationaliteit vermeld. Het volstaat dan ook niet als legitimatiebewijs bij indiensttreding (artikel). Voor veel andere zaken is een rijbewijs wel geschikt als identificatiemiddel. Denk bijvoorbeeld aan stemmen voor verkiezingen of het ophalen van een pakketje.


Ook in 2023 drie tijdvakken voor scholingssubsidie SLIM

Werkgevers kunnen ook dit jaar weer gebruikmaken van de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen (SLIM). De regeling biedt een subsidie voor activiteiten op het gebied van opleiding en ontwikkeling van werknemers.

In het mkb is aandacht voor leren en ontwikkelen over het algemeen minder vanzelfsprekend dan in grote organisaties. Om te stimuleren dat mkb’ers aan de slag gaan met de duurzame inzetbaarheid van hun werknemers, kunnen zij gebruikmaken van de SLIM-regeling. De regeling geldt ook in 2023. De regeling richt zich op drie groepen: individuele mkb’ers (minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen), samenwerkingsverbanden in het mkb en grootbedrijven uit de landbouw-, horeca- en recreatiesector. Voor deze groepen gelden aparte aanvraagtijdvakken:

  • Van 1 maart 09.00 uur tot en met 30 maart 17.00 uur (individuele mkb’ers);
  • Van 1 juni 09.00 uur tot en met 27 juli 17.00 uur (samenwerkingsverbanden tussen mkb’ers en grootbedrijven uit de landbouw-, horeca- en recreatiesector);
  • Van 1 september 09.00 uur tot en met 28 september 17.00 uur (individuele mkb’ers).

Subsidie voor loopbaanadviezen en stimulans leercultuur

De subsidie is bijvoorbeeld aan te vragen voor specifieke kosten bij loopbaan- en ontwikkeladviezen of een aanpak die een leercultuur in een organisatie moet stimuleren (artikel). De werkgever moet altijd zelf een deel van de subsidiabele kosten betalen. De werkgever kan de subsidieaanvraag indienen via uitvoeringvanbeleidszw.nl. Daar vindt hij ook de benodigde formulieren en informatie.

Mogelijk geen subsidie bij overschrijding subsidieplafond

Het ministerie van SZW hanteert een subsidieplafond bij de tijdvakken voor individuele mkb’ers. Bij overschrijding van dit plafond wordt na afloop van het tijdvak via loting de volgorde vastgesteld waarin de ontvangen subsidieaanvragen worden afgehandeld. Hierdoor kan een organisatie mogelijk toch de subsidie mislopen. Via de regeling kan een individuele mkb’er maximaal € 25.000 ontvangen. Samenwerkende mkb’ers kunnen tot € 500.000 voor een project aanvragen en voor de grootbedrijven geldt een maximumsubsidiebedrag van € 200.000.


Stop re-integratie niet zomaar na herstel zieke werknemer

Zelfs als de bedrijfsarts een langdurig zieke werknemer hersteld meldt, doet de werkgever er goed aan de re-integratie-inspanningen niet zomaar te stoppen. Een foutief oordeel van de bedrijfsarts komt namelijk voor het risico van de werkgever.

Een recente zaak draaide om een uitzendkracht van een eigenrisicodrager voor de Ziektewet (artikel). De werknemer meldde zich ziek vanwege rugklachten en ontwikkelde later ook psychische klachten. Uiteindelijk trad hij ziek uit dienst en ontving hij een ziektewetuitkering via zijn ex-werkgever. De bedrijfsarts van de werkgever verklaarde de man op een gegeven moment hersteld, waarna de werkgever stopte met zijn re-integratie-inspanningen. De ex-werknemer tekende echter, met succes, bezwaar aan tegen de herstel melding.

Werkgever kreeg ziekengeldsanctie opgelegd

UWV concludeerde dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht en legde hem een ziekengeldsanctie op, waardoor hij een jaar langer ziekengeld moest betalen (bovenop de ‘normale’ maximale 104 weken). In afwachting van het beroep dat de werkgever had aangespannen, trok UWV de sanctie in. Omdat de ex-werknemer vond dat zijn voormalige werkgever wel degelijk onvoldoende had gedaan aan zijn re-integratie, ging de man in beroep tegen dit besluit van UWV. De rechter concludeerde uiteindelijk dat UWV de ziekengeldsanctie terecht had ingetrokken; het gebrek aan re-integratieactiviteiten viel de werkgever niet te verwijten, omdat de hersteldmelding achteraf onjuist bleek.

Oordeel bedrijfsarts voor risico werkgever

In hoger beroep concludeerde de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat het medisch onderzoek dat ten grondslag lag aan de hersteldverklaring onzorgvuldig was, en dat er door de bedrijfsarts slechts beperkt onderzoek was verricht naar de psychische klachten van de ex-werknemer. Dat de werkgever afging op een advies van een door hem ingeschakelde bedrijfsarts dat later onjuist bleek te zijn, kwam voor zijn eigen risico. Bovendien had de werkgever ook geen concrete re-integratie-inspanningen verricht nadat de arbeidsdeskundige bij bezwaar en beroep had vastgesteld dat het oordeel van de bedrijfsarts onzorgvuldig was. In tegenstelling tot de rechter oordeelde de CRvB dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht zonder goede reden. De intrekking van de ziekengeldsanctie was dan ook onterecht.

Aansprakelijkheid bedrijfsarts of arbodienst

Mogelijk kan de werkgever de schade van de ziekengeldsanctie verhalen op de bedrijfsarts of de arbodienst. Of dit mogelijk is, hangt af van de afspraken tussen de werkgever en de arbodienst, en of de bedrijfsarts aantoonbaar heeft gehandeld als een redelijk handelend of bekwame deskundige.
Centrale Raad van Beroep, 28 december 2022, ECLI (verkort): 2850

Bron: HR Rendement