Top 10 belangrijkste wijzigingen 2017
Het nieuwe jaar is gestart en dat gaat traditiegetrouw gepaard met de nodige veranderingen. Bestaande regels wijzigen en nieuwe regels treden in werking. Daarom voor u de top 10 van veranderingen per 1 januari 2017 voor de ondernemer, de dga, werkgever en particulieren.
Voor ondernemers
- Overweegt u een nieuwe auto van de zaak waarmee u ook privé rijdt, houd dan rekening met de nieuwe bijtellingspercentages. Voortaan zijn er nog maar twee bijtellingscategorieën. Voor alle auto’s met een CO2-uitstoot van meer dan 0 gr/km geldt een standaardbijtelling van 22% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Het bijtellingspercentage van 4% is alleen bestemd voor auto’s met een CO2-uitstoot van 0 gr/km (volledig elektrische auto’s).
- Kleine bedrijven zijn vanaf dit jaar verplicht de jaarrekening digitaal aan te leveren bij de Kamer van Koophandel. Digitale aanlevering kan met Standard Business Reporting (SBR).
- Het percentage van de Energie-investeringsaftrek (EIA) is omlaag gegaan van 58,0% (2016) naar 55,5% (2017). U komt voor de EIA in aanmerking als u investeert in een bedrijfsmiddel dat staat vermeld op de Energielijst 2017. Het investeringsbedrag moet meer zijn dan € 2.500 en u moet de investering binnen drie maanden na het aangaan van uw investeringsverplichting aanmelden bij RVO.nl.
- De innovatiebox in de vennootschapsbelasting is aangepast. Zo dienen alle bedrijven voor toegang tot de innovatiebox te beschikken over een S&O-verklaring.
- Het aftrekpercentage voor gemengde kosten (zoals kosten voor voedsel, drank en genotmiddelen) is omhooggegaan van 73,5% (2016) naar 80% (2017). Die verhoging geldt niet voor ondernemers in de vennootschapsbelasting.
Voor de dga
- Het gebruikelijk loon is verhoogd van € 44.000 (2016) naar € 45.000. Bent u dga van een innovatieve startup dan geldt een lagere loonverplichting. Uw loon mag voor toepassing van de gebruikelijkloonregeling worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon.
Voor de werkgever
- U mag voortaan geen bedragen meer inhouden of verrekenen met het minimumloon. Dit inhoudingsverbod geldt niet voor huisvestingskosten en de kosten voor een zorgverzekering. Onder voorwaarden en met de nodige begrenzingen mag u dergelijke kosten nog wel inhouden op het minimumloon.
- Met ingang van 1 januari 2017 is er voor werkgevers een nieuwe jaarlijkse tegemoetkoming in de loonkosten voor werknemers met een laag loon: het lage-inkomensvoordeel. Dit voordeel kan oplopen tot maximaal € 2.000 per jaar per werknemer.
Voor de particulier
- De eenmalige schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is verhoogd naar € 100.000. De beperking dat de schenking moet zijn gedaan van een ouder aan een kind is komen te vervallen. De begunstigde moet nog wel tussen de 18 en 40 jaar oud zijn. Uiteraard moet het geschonken bedrag worden gebruikt voor de eigen woning.
- Box 3 heeft een ander uiterlijk gekregen. Het vaste forfaitaire rendement van 4% heeft plaatsgemaakt voor drie vermogensschijven en per schijf jaarlijks veranderende forfaitaire rendementspercentages. Het heffingsvrije vermogen is verhoogd naar € 25.000 per persoon. In schema ziet box 3 er als volgt uit:
Vermogensschijf
|
Vermogen na aftrek heffingsvrij vermogen | Forfaitair rendementspercentage |
1 | Minder of gelijk aan €75.000 | 2,87% |
2 | Meer dan €75.000 en minder of gelijk aan €975.000 | 4,60% |
3 | Meer dan €975.000 | 5,39% |
Maximumbedrag oudedagsreserve 2017 omhoog
Maakt u als ondernemer gebruik van de oudedagsreserve, dan kunt u in 2017 iets minder van de door u behaalde winst toevoegen aan deze reserve. Het percentage van 9,8% is omlaag gegaan naar 9,44%. Daarentegen is het maximumbedrag iets omhoog gegaan van € 8.774 naar € 8.946.
Oudedagsreserve
De oudedagsreserve is een speciale fiscale faciliteit voor de ondernemer in de inkomstenbelasting om te sparen voor de oude dag. Voldoet u aan het urencriterium en heeft u aan het begin van het jaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt, dan mag u een deel van de winst toevoegen aan de oudedagsreserve. U betaalt over dit deel dan nog geen inkomstenbelasting. In 2017 bedraagt de toevoeging aan de oudedagsreserve 9,44% van de winst, met een maximum van € 8.946 (2016: € 8.774).
De oudedagsreserve mag in principe niet meer bedragen dan het ondernemingsvermogen. De toevoeging aan de reserve wordt verminderd met eventuele pensioenpremies (bij verplichte deelname aan een beroeps-of bedrijfstakpensioenregeling) die van de winst worden afgetrokken. U kunt overigens deze pensioenpremies alleen in aanmerking nemen bij het bepalen van de winst als de premies binnen de fiscale begrenzingen blijven.
Let op! De oudedagsreserve zorgt voor uitstel van belastingheffing, maar niet voor afstel. Op enig moment, vaak als u stopt met de onderneming, moet u afrekenen. Toevoegen aan de oudedagsreserve is meestal alleen aantrekkelijk als u nu in de hoogste belastingschijf zit.
Extra geld voor financiering mkb-ondernemer
In twee jaar tijd is door de overheid en de markt voor circa € 2,7 miljard aan extra financiering beschikbaar gemaakt voor het midden- en kleinbedrijf. Daar blijft het niet bij. Het abinet stelt voor 2017 extra budget beschikbaar.
Actieplan mkb-financiering
In juli 2014 lanceerde het kabinet het Aanvullend Actieplan mkb-financiering om de knelpunten rond financiering van het mkb op te lossen. Dat actieplan werpt inmiddels zijn vruchten af. Zo is het aanbod van mkb-financiering verbreed met Qredits, nieuwe aanbieders van financiering en ketenfinanciering en is het eigen vermogen van mkb-ers versterkt via zogenaamde achtergestelde leningenfondsen. Ook is gewerkt aan voorlichting over de bestaande financieringsmogelijkheden via de Nationale Financieringswijzer en Fink.
Tip: Fink is een financieringslink om midden- en kleinbedrijven snel en gemakkelijk inzicht te geven in hun financieringskansen bij meerdere financiers.
Extra budget
Naast de acties uit het Aanvullend Actieplan zal het kabinet in 2017 ondernemers ook steunen in hun investerings- en groeiplannen via onder andere microkredieten, bankgaranties en leningen. Voor nieuwe aanvragen is er een budget beschikbaar van circa € 1,4 miljard. Voor startups komt er jaarlijks € 52 miljoen extra beschikbaar. Een deel van dat budget is er voor de meer gunstige gebruikelijkloonregeling voor dga’s van startups.
Tip: Het belastbaar loon van de dga van een innovatieve startup mag voor toepassing van de gebruikelijkloonregeling worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon. Dit is nu al mogelijk op verzoek. Vanaf 2017 is deze lagere loonverplichting ook wettelijk geregeld. Zo blijft er de eerste drie jaar na de start van de onderneming meer geld over om te investeren in de onderneming.
Tot slot staat in 2017 voor circa € 4 miljard uit aan garanties voor mkb-bedrijven, zoals de borgstelling MKB-kredieten (BMKB). Met deze regeling staat de overheid voor een deel garant voor bedrijven die een lening willen afsluiten, maar de bank met een onderpand niet genoeg zekerheid kunnen bieden.
Tip: De BMKB is tijdelijk verruimd tot en met 31 december 2017. Meer informatie over deze regeling is te vinden op de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Bron van deze artikelen: Boschland
We krijgen een nieuwe naam!
Afgelopen jaar heeft een andere dienstverlener een rechtszaak aangespannen, omdat hun naam teveel overeenkomsten heeft met onze naam.
Na een eerste overwinning, mocht het hoger beroep niet baten en zijn we genoodzaakt onze naam te veranderen. Jammer, maar we zien het als een kans om ons nog beter in de markt te zetten.
Per februari communiceren we onze nieuwe naam!