In de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) zijn enkele specifieke regels voor jongeren opgesteld. Bovendien kent de WAB algemene bepalingen die extra relevant zijn voor jonge werknemers.
Door de WAB krijgen organisaties vanaf 1 januari 2020 met nieuwe arbeidswetgeving te maken. Een deel van die regels heeft vooral gevolgen voor werknemers van een bepaalde leeftijdscategorie. Een voorbeeld is de verlaging van de transitievergoeding, die met name oudere werknemers treft. Voor jonge werknemers kunnen de wijzigingen in de transitievergoeding juist gunstig zijn: elke werknemer die 18 jaar of ouder is (of meer dan gemiddeld 12 uur per week werkt), heeft vanaf komend jaar in principe recht op de transitievergoeding bij onvrijwillige uitdiensttreding. Het is niet langer een voorwaarde dat de werknemer minstens twee jaar in dienst moet zijn geweest. Dat komt met name jonge werknemers, die relatief vaak kortdurende dienstverbanden hebben, goed uit.
Wijzigingen voor ketenbepaling, payrolling en oproepkrachten
Een WAB-regel die voor jonge werknemers minder positief kan zijn, is dat werkgevers hen vanaf 2020 weer 3 jaar op basis van meerdere tijdelijke contracten kunnen laten werken. Momenteel is de maximale duur van de ketenregeling 2 jaar.
Jonge werknemers werken ook relatief vaak als payroll- of oproepkracht. De WAB zorgt ervoor dat payrollkrachten en oproepkrachten meer rechten en zekerheid krijgen.
Lage WW-premie voor bijbaantjes en BBL-leerlingen
Minder direct van invloed op de jonge werknemers zelf, maar wel belangrijk voor werkgevers, is dat er in het nieuwe systeem voor de WW-premie uitzonderingen zijn gemaakt voor jongeren. Werkgevers gaan een lage WW-premie (2,94%) betalen voor werknemers met een vast contract met een vaste arbeidsomvang en een hoge WW-premie (7,94%) voor werknemers met een flexibel contract. Werkgevers mogen echter ook de lage WW-premie betalen voor jongeren onder de 21 jaar die gemiddeld niet meer dan 12 uur per week werken (bijbaantjes dus). Daarnaast is de lage WW-premie van toepassing op leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
Bron: HR rendement