Geeft een werkgever een werkgeversverklaring af voor een hypotheekaanvraag en meldt hij daarin dat hij een tijdelijk contract niet wil verlengen, dan voldoet hij hiermee aan de aanzegplicht. Dat was de uitkomst van een zaak bij de kantonrechter in Utrecht.
De aanzegverplichting houdt in dat een werkgever uiterlijk een maand vóór het einde van een tijdelijk contract schriftelijk aan de werknemer moet laten weten of hij een contractverlenging krijgt en zo ja, onder welke voorwaarden. Komt een werkgever die plicht niet na, dan is hij maximaal een maandsalaris verschuldigd aan de werknemer.
In de zaak bij de rechter in Utrecht had een werkgever aan een werknemer een werkgeversverklaring afgegeven voor het aanvragen van een hypotheek. Hierbij was aangevinkt dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst van de werknemer niet zou worden verlengd. Om dit geen verrassing te laten zijn, had de werkgever vóór het afgeven van de verklaring naar de werknemer gebeld. In de verklaring zelf werd echter aangegeven dat een eventuele verlenging nog niet besproken was.
Werknemer had boodschap begrepen
Een week later ging de werknemer meelopen bij een ander bedrijf. Toen hij eenmaal uit dienst was, liet hij per brief aan zijn ex-werkgever weten dat hij de aanzegvergoeding wilde ontvangen. De werkgever zou niet schriftelijk hebben aangezegd (tool). Maar de werkgever wees op de werkgeversverklaring.
De kantonrechter oordeelde dat de werkgeversverklaring als schriftelijke aanzegging kon dienen. Uit het gedrag van de werknemer bleek ook dat hij de (schriftelijke en telefonische) boodschap had begrepen, aangezien hij na de verklaring besloot om bij een ander bedrijf mee te lopen en om werk over te dragen.
Niet verplicht het contract te verlengen
Het opstellen van een werkgeversverklaring gebeurt voor een extern doel, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een hypotheek of huurovereenkomst. Als een werkgever in de verklaring juist aangeeft dat hij het dienstverband van de werknemer wil voortzetten, is hij niet verplicht om het contract daadwerkelijk te verlengen. Gewijzigde bedrijfsomstandigheden of disfunctioneren van de werknemer kunnen de werkgever op andere gedachten brengen. Een werkgever heeft door een intentieverklaring niet het recht verloren een eigen afweging te maken over het dienstverband. Hij kan er wel verstandig aan doen om in een apart schrijven aan de werknemer te bevestigen dat de werkgeversverklaring alleen voor het externe doel verstrekt wordt. Dit voorkomt eventuele discussies en valse verwachtingen bij de werknemer.
Rechtbank Midden-Nederland, 20 april 2021, ECLI (verkort): 1817
Bron: HR rendement